Bhagavad Gita

G. Staes' vertaling en commentaar op de 'Bhagavad Gita' wordt geprezen om zijn helderheid en diepgang, waardoor een van de meest vereerde teksten uit de hindoeïstische literatuur toegankelijk wordt gemaakt voor een breed publiek. De recensenten waarderen vooral de manier waarop Staes de complexe filosofische concepten uitlegt zonder aan diepte in te boeten, wat zowel beginners als ervaren lezers aanspreekt. Een minpunt dat door sommigen wordt genoemd, is dat de vertaling soms te letterlijk is, wat kan leiden tot verwarring bij lezers die niet bekend zijn met de culturele context. Desalniettemin wordt het boek algemeen beschouwd als een waardevolle toevoeging aan de bestaande literatuur over de 'Bhagavad Gita', met name vanwege de praktische toepasbaarheid van de lessen die het bevat.

De 'Bhagavad Gita', vertaald door G. Staes, is een essentieel werk dat de dialoog tussen prins Arjuna en zijn wagenmenner Krishna beschrijft, die in werkelijkheid een incarnatie van de god Vishnu is. Tegen de achtergrond van een naderende veldslag bespreken ze fundamentele levensvragen over plicht, rechtvaardigheid, en de aard van het bestaan. Krishna leert Arjuna over de verschillende yogapaden die leiden tot spirituele bevrijding, waaronder karma yoga (het pad van handeling), bhakti yoga (het pad van toewijding), en jnana yoga (het pad van kennis). Het boek benadrukt het belang van het vervullen van iemands plicht zonder gehechtheid aan de resultaten, een boodschap die resoneert met lezers van alle leeftijden en achtergronden. Staes' editie onderscheidt zich door zijn heldere uitleg en praktische interpretaties, waardoor de eeuwenoude wijsheid van de Gita relevant blijft voor de moderne wereld.